Asfalt lijkt hard, ondoordringbaar en weinig flexibel. Iets dat
wekenlang verkeershinder oplevert en dan voor twintig jaar vastligt op de
snelweg. Niets is minder waar in de Vinex. Hier verplaatst het asfalt zich. Het
duikt op net voor het weekend als een nieuwe omleiding en verdwijnt twee weken
later weer achter een hek of in het niets. Het wordt aangelegd en afgesloten,
uitgesmeerd en weggeschraapt al naar gelang de behoefte. Diep zwart als het
nieuw is, stoffig als de werkzaamheden zijn afgerond. Asfalt is lang niet zo
definitief als het op de tekentafel lijkt. Het is kneedbaar als klei, het kan
worden uitgerold en weer ingepakt. Soms blijkt een aangelegde route in de
praktijk niet goed te functioneren. Dan wordt er een stuk afgezaagd, een hekje
neergezet of een randje bloemenweide toegevoegd. Asfalt is het basismateriaal
van de Vinex-wijk. En veel creatiever dan je dacht.
Het beste asfalt van Leidsche Rijn ligt op het Lint, een spekglad
sportrondje van bijna tien kilometer, frivool afgewerkt met rand van witte
margrietjes. Skaten gaat hier helemaal vanzelf, zacht suizend glijden je voeten
verder en verder. Het mooiste van het Lint is het feit dat het altijd maar
doorgaat. Natuurlijk, je stapt er ergens op en komt dat startpunt ook weer tegen,
maar het Lint zelf rolt eindeloos door. Het heeft geen begin en geen einde en
dus ook geen reden om te stoppen. Nergens is een grens die zegt: je bent er!
Die lijn is soms wel ingetekend, zelfs met een tijdsmeting ernaast maar het
Lint trekt zich daar niets van aan en gaat gewoon verder na die finish. Rond en
rond en rond. Zodat je tot het einde der tijden eindeloos door kunt gaan. Tot
je bent opgebrand.